De IND beoordeelt of een asielzoeker vanwege zijn seksuele gerichtheid in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning. Dit is geen gemakkelijke opgave. We beoordelen of de verklaringen van de asielzoeker over de seksuele gerichtheid en de problemen in het land van herkomst geloofwaardig zijn. Onze medewerkers maken hiervoor onder andere gebruik van de werkinstructie Horen en beslissen in zaken waarin LHBTIQ+-gerichtheid als asielmotief is aangevoerd.
Seksuele gerichtheid onderbouwen en beoordelen
Seksuele gerichtheid is niet met documenten aan te tonen. Daarom geeft de IND de asielzoeker uitgebreid de gelegenheid om te verklaren over zijn gestelde seksuele geaardheid of genderidentiteit. Hierbij komen verschillende thema’s aan de orde, bijvoorbeeld de situatie van LHBTIQ+’ers in het land van herkomst. Het is aan de asielzoeker om de seksuele gerichtheid of genderidentiteit aannemelijk te maken. Bij LHBTIQ+ is dat soms moeilijk omdat van buiten niet te beoordelen is wat de (innerlijke) identiteit van de asielzoeker is. Bij de beoordeling van een asielverzoek wordt er rekening mee gehouden dat het voor een asielzoeker niet mogelijk is om met sluitend bewijs aan te tonen dat hij LHBTIQ+ is. De IND-medewerker zal nooit vragen naar details over het seksleven van een asielzoeker. Evenmin voert de IND medische tests uit (waaronder psychologisch onderzoek).
Individuele benadering LHBTIQ+
Geen mens is hetzelfde. Kennis van asielzoekers over de LHBTIQ+-gemeenschap in hun land van herkomst, maar ook de contacten of relaties met anderen van hetzelfde geslacht, kunnen van persoon tot persoon verschillen. Daarom gaat de IND op zoek naar het authentieke verhaal van de asielzoeker en probeert daarbij vragen toe te spitsen op de individuele situatie. Onze medewerkers houden daarbij rekening met culturele verschillen en hoe mensen denken en zich uiten.
Onderzoek of seksuele gerichtheid geloofwaardig is
We onderzoeken eerst of de seksuele gerichtheid geloofwaardig is. Want het komt ook voor dat een asielzoeker dit motief enkel gebruikt om een verblijfsvergunning te krijgen. De vragen die we stellen stellen, gaan in op de problemen die de asielzoeker zegt te hebben ondervonden in zijn land van herkomst. We checken of deze overeenkomen met wat bekend is over de algemene situatie voor LHBTIQ+’ers in het land van herkomst. Ook onderzoeken we hoe de asielzoeker in het verleden en op dit moment invulling heeft gegeven aan zijn seksuele gerichtheid. Daarna onderzoeken we wat de asielzoeker bij eventuele terugkeer te wachten staat, bijvoorbeeld vervolging, en hoe ernstig de situatie in het land van herkomst is.
Veilig spreken over homoseksualiteit of transgenderisme
Omdat LHBTIQ+’ers vaak uit een omgeving komen waar homoseksualiteit of transgenderisme taboe is, vinden veel van hen het moeilijk om vrij over hun seksuele gerichtheid te praten. Zeker waar zij negatieve ervaringen met de autoriteiten in hun land hebben, kunnen zij zich niet vrij voelen om zonder terughoudendheid hun verhaal te vertellen.
Horen van kwetsbare asielzoekers
Tijdens de opleidingen die IND-medewerkers krijgen, wordt uitgebreid stil gestaan bij de moeilijkheden van het horen van kwetsbare asielzoekers. Daarbij gaat het ook om de mogelijkheden om het verhaal van de asielzoeker goed op papier te krijgen. Ook als er bijvoorbeeld sprake is van schaamte. Verder komen zaken aan bod als: hoe zorg je voor een goede sfeer tijdens het gesprek? En hoe bied je iemand de ruimte om zijn verhaal te doen? Ook stereotypen en de rol van de tolk krijgen in deze trainingen aandacht.
Meer informatie
COC Nederland
ilga.org (overzicht LHBTI-wetgeving wereldwijd)