Achtergrond Ranov-regeling
In 2007 besloot het kabinet-Balkenende IV tot een pardonregeling voor een groep van zo'n 28.000 vreemdelingen. Zij verbleven al langere tijd in Nederland. Op 15 juni 2007 trad de Regeling ter afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet (RANOV-regeling) in werking. Deze regeling, ook wel de pardonregeling genoemd, was bedoeld voor vreemdelingen die onder de oude Vreemdelingenwet (vóór 1 april 2001) een asielaanvraag hadden ingediend. Voorwaarde was dat zij sinds 1 april 2001 in Nederland verbleven. Om een verblijfsvergunning op grond van de RANOV-regeling te krijgen, moest de lopende (asiel)procedure worden ingetrokken. Op grond van de pardonregeling hebben ongeveer 28.000 vreemdelingen uiteindelijk een reguliere verblijfsvergunning gekregen.
Ontwikkelingen en vrijstellingen
Vijf jaar later konden zij een aanvraag voor het Nederlanderschap indienen volgens de geldende voorwaarden, waaronder de documenteneis om hun identiteit en nationaliteit aan te tonen. Veel RANOV-vergunninghouders hebben deze documenten niet. Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) schreef daarom in een brief aan de Tweede Kamer dat een deel van de RANOV-vergunninghouders vanaf 1 juni 2021 in de optie- en naturalisatieprocedure is vrijgesteld van de documenteneis en de verplichting om afstand te doen van de oorspronkelijke nationaliteit. Met de brief aan de Tweede Kamer van juli 2021 laat de staatssecretaris weten dat dit vanaf 1 november 2021 voor alle RANOV-vergunninghouders geldt.
Op 31 oktober 2022 heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid met een beslisnota een beleidswijziging aangekondigd. De wijziging gaat over personen die als minderjarige kinderen een RANOV-vergunning hebben gekregen. En waarbij er twijfel is over de identiteit en/of nationaliteit van hun ouder(s). In deze situatie wordt het verzoek om naturalisatie van deze personen niet afgewezen.
Rol van de IND
Het parlement stelt de wet- en regelgeving vast. De IND voert deze wet- en regelgeving vervolgens uit. Aan de hand van de wetten en regels kijkt de IND wie in Nederland mag blijven. En wie in aanmerking komt om Nederlander te worden door naturalisatie. De gemeente beoordeelt de aanvraag om Nederlander te worden door optie. Het aanvragen van naturalisatie of optie moet altijd bij de gemeente.
Een aantal voorwaarden voor het Nederlanderschap
Het is belangrijk te weten dat de IND en de gemeente nog altijd toetsen of de betrokkenen in aanmerking komen voor het Nederlanderschap. Ook RANOV-vergunninghouders. De documenteneis en afstandsplicht vervallen dus, maar verder moeten de aanvragers nog steeds voldoen aan alle andere voorwaarden voor naturalisatie. Zo moet een aanvrager bijvoorbeeld vijf jaar of langer onafgebroken met een geldige verblijfsvergunning in Nederland wonen en geen gevaar vormen voor de openbare orde of nationale veiligheid. Een ander voorbeeld is de inburgeringsplicht die ook voor de RANOV-vergunninghouders geldt.
Zijn er grote twijfels zijn over iemands identiteit of nationaliteit? Dan kan een aanvraag ook worden afgewezen. Wordt deze twijfel veroorzaakt door onjuiste verklaringen van de ouder(s)? Dan wordt het verzoek niet afgewezen. In die situatie wordt uitgegaan van de identiteit en nationaliteit zoals door de ouder(s) is verklaard bij het verlenen van de verblijfsvergunning als minderjarig kind.
In sommige situaties kunt u ook Nederlander worden via de goedkopere optieprocedure. Bijvoorbeeld als u vanaf uw 4e met een verblijfsvergunning in Nederland woont. Of als u 15 jaar met een verblijfsvergunning in Nederland woont en ouder bent dan 65 jaar, of 3 jaar gehuwd met een Nederlander. Ook bij een optie-aanvraag vervallen de documenteneis en de afstandsplicht. Ook geldt er geen inburgeringsplicht. U moet wel voldoen aan de andere voorwaarden voor optie.
Een afwijzing, wat nu?
RANOV-vergunninghouders die worden afgewezen door de gemeente (optie) kunnen daar bezwaar maken tegen de beslissing. Als de IND een negatieve beslissing heeft genomen (naturalisatie), is het mogelijk om bij ons bezwaar te maken. Lees meer over bezwaar maken en in beroep gaan tegen een beslissing van de IND. In de praktijk verandert er voor de vergunninghouders overigens niets, het verblijfsrecht in Nederland blijft gewoon gelden.