Voorlopig geen beslissing voor asielzoekers uit Libanon
De Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) neemt voorlopig geen beslissing over de asielaanvragen van Libanezen. Vanwege de…
De achterstand die de IND tot april 2020 had opgelopen bij het afhandelen van asielaanvragen, is door de inzet van een speciale Taskforce bijna helemaal ingelopen. Van de 15.350 zaken die openstonden, zijn er inmiddels 14.100 weggewerkt. Staatssecretaris Broekers-Knol informeerde de Tweede Kamer hierover gisteravond per brief.
De IND is blij dat de achterstand bijna volledig is ingelopen. 'De wachttijden voor asielzoekers waren veel te lang. Mensen zaten daardoor te lang in onzekerheid. Dat willen we in de toekomst voorkomen', aldus directeur Asiel Anton Molleman.
De IND stelt de komende weken alles in het werk om ook de laatste resterende oude aanvragen af te ronden en zo eenieder de duidelijkheid te geven waar hij of zij recht op heeft. Op een deel van die zaken is al een voornemen tot beslissen uitgebracht, maar hebben aanvrager en gemachtigde nog tijd om te reageren. Een ander deel van die zaken kent een zogeheten 'beslisbelemmering', zoals de gezondheid van de aanvrager of een lopend onderzoek in het buitenland.
De aandacht gaat nu uit naar de asielaanvragen die sinds 1 april 2020 zijn binnengekomen. Daar is door de inzet op de oude aanvragen, in circa 1.200 gevallen ook de beslistermijn overschreden. 'Ook die aanvragen moeten zo snel mogelijk, maar wel zorgvuldig worden afgerond', stelt Molleman. Een deel van het ervaren personeel van de Taskforce komt bij de IND vast in dienst om hun werkzaamheden voort te zetten. Ook blijven flexibele krachten beschikbaar om te helpen bij het afwikkelen van de aanvragen. Alle inspanningen zijn er de komende tijd op gericht om de problematiek van de achterstanden blijvend op te lossen, zodat deze tot het verleden gaan behoren.
Molleman is trots op de enorme inspanning die de IND-medewerkers de afgelopen maanden hebben verricht om de achterstand in te halen. 'We hebben in korte tijd een flinke organisatie op poten gezet. We hebben nieuwe werkwijzen geïntroduceerd en er moest praktisch veel geregeld worden, zoals vervoer en locaties. Mensen uit de hele organisatie waren betrokken bij de werkzaamheden. En dat allemaal in een tijd waarin er veel beperkingen waren door corona en we steeds de plannen moesten bijsturen.' Voor de andere organisaties in de asielketen had dit ook gevolgen. Molleman onderstreept dan ook de goede samenwerking met die partners. 'In de asielketen staat niemand op zichzelf; we hebben elkaar allemaal nodig. Want wat er in de ene organisatie gebeurt, heeft vaak ook gevolgen voor de andere organisaties.'