Voorlopig geen beslissing op asielaanvragen Syrië
De Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) neemt voorlopig geen beslissing over de asielaanvragen van Syriërs. Er is op dit…
Een kabinet dat inzet op het strengste asielbeleid ooit, een grote stapel openstaande aanvragen voor verblijf in Nederland en hoge werkdruk. De ogen van de buitenwereld zijn meer dan ooit gericht op de IND, de instantie die het asiel- en migratiebeleid moet uitvoeren. Rhodia Maas, directeur-generaal bij de IND staat sinds 2022 aan het hoofd van de organisatie. ‘De asielnoodmaatregelenwet en het Europese Asiel en Migratiepact (juni 2026) vragen grote aanpassingen van de IND. We zien daarin zeker ook kansen. Maar: tijd, geld en politieke steun zijn essentieel’, stelt Maas. Ze legt uit wat er nodig is om nu en in de toekomst het asiel- en migratiebeleid efficiënt uit te kunnen (blijven) voeren.
Een van de grootste uitdagingen voor de IND is de grote stapel openstaande aanvragen en dat steeds meer aanvragers moeten wachten op een beslissing van de IND. Dat komt volgens Maas mede doordat het werk van de IND steeds complexer is geworden, onder meer door Nederlandse en Europese wetgeving en rechterlijke uitspraken. ‘Maar we doen het ook zelf, we maken ons werk complexer, bijvoorbeeld door ingewikkelde en hele lange werkinstructies.’
‘Daarbij werd na corona het aantal aanvragen weer groter dan waar de IND op was ingericht, omdat in de jaren daarvoor was afgeschaald. Onze financiering hangt af van het aantal aanvragen. Zodra minder mensen een verblijfsvergunning aanvragen, daalt de hoeveelheid geld die de IND krijgt en het aantal mensen dat we in dienst hebben. Het kost tijd om dat te herstellen. Verder is het tijdrovend medewerkers zo op te leiden dat ze zelfstandig een zaak kunnen afhandelen. En ondertussen blijven de aanvragen binnenkomen.’
Onze productiviteit móet echt omhoog. En dat gaan we ook doen! Niet alleen maar ICT-oplossingen helpen dan, we moeten ook echt anders gaan kijken naar ons werk. Als we bijvoorbeeld aanvragers beter laten weten wat wij nodig hebben voor een complete aanvraag waarop we snel kunnen beslissen, scheelt dat veel tijd.’ De IND zet al robots in om repeterende handelingen over te nemen. ‘Daardoor hebben medewerkers tijd voor andere dingen. En we testen bijvoorbeeld een online afsprakenplanner, waarbij asielzoekers zelf een afspraak maken voor hun gehoor. Dat geeft ze meer regie en scheelt ons werk. Bovendien komen mensen vaker op hun afspraak als ze die afspraak zelf hebben gemaakt, zo blijkt.’
Maas benadrukt dat de IND ook kan kijken of meer risicogericht werken misschien nuttig is. ‘We stellen onszelf vragen als ‘moeten we al die controles die we altijd doen wel blijven doen?’ en ‘kunnen we niet veel meer risico-gestuurd werken? Niet alle beschikkingen hoeven een ‘tien’ te zijn. Medewerkers willen erg zorgvuldig zijn, en dat is natuurlijk goed. Maar alles nog een keer bekijken en nog eens extra motiveren hoeft niet altijd. Misschien kunnen we ook tevreden zijn met een iets minder hoog cijfer. Met het risico dat je een keer een zaak terug krijgt van de rechtbank, maar dat is dan maar zo.’
Speerpunt van dit kabinet is het strengste asielbeleid ooit. Volgens Maas bevatten de plannen van het kabinet zeker onderdelen die de IND kunnen helpen. ‘Het afschaffen van de dwangsommen bijvoorbeeld. Maar ook iets dat klein lijkt, maar veel oplevert: het kunnen afwijzen van een asielaanvraag als iemand niet verschijnt op zijn gehoor, de zogenoemde ‘no show’. Nu bepaalt de wet dat we zo'n aanvraag buiten behandeling stellen, maar dat betekent dat je nooit officieel hebt kunnen controleren of de aanvraag wel of niet terecht was. En dat zo’n aanvraag weer gaat herleven op het moment dat iemand zich weer meldt. Op het moment dat we hem kunnen afwijzen omdat iemand blijkbaar geen belang meer heeft, scheelt dat tijd.’
Maas benadrukt dat ook de IND de procedure eenvoudiger wil maken, net als het kabinet. En ‘het is niet alleen wíllen maar ook móeten’, benadrukt ze, ‘vanwege het Asiel- en Migratiepact dat in juni 2026 in werking treedt. Wat het pact van ons eist, wat het kabinet van ons vraagt en onze eigen ambitie de productiviteit te verhogen, moeten samenkomen in een simpeler, snellere en soberdere asielprocedure. Maar wel alles tegelijk, want onderdelen eerder invoeren als wij er nog niet klaar voor zijn werkt averechts. Grote uitdaging bij de invoering van het pact is een herontwerp van onze (IV-)systemen. Als je nu kleine wijzigingen of ‘workarounds’ gaat invoeren en die na verloop van tijd weer moet aanpassen ben je dubbel bezig. We werken zelf hard aan een nieuwe asielprocedure die aansluit op onze ambitie, het pact en de wensen van het kabinet. Maar we hebben wel tijd, geld en politieke steun nodig. Ook voor het eenvoudiger maken van ons werk.’
Het kabinet wil ook het twee-statusstelsel (weer) invoeren. In Nederland werd juist in 2001 het één-statusstelsel ingevoerd. ‘We verwachten dat mensen net als begin van deze eeuw, gaan doorprocederen voor een hogere status, als daar meer rechten aan verbonden zijn. Dit zal ongetwijfeld een aanslag zijn op de capaciteit van onze juristen. En het vraagt ook in eerste aanleg veel extra tijd omdat medewerkers nog uitgebreider moeten motiveren waarom iemand voor een bepaalde status wel of niet in aanmerking komt. Als het moet gaan we het uiteraard doen. We zijn een uitvoeringsorganisatie, dus hebben het kabinetsbeleid uit te voeren. Maar het zorgt natuurlijk wel voor druk op onze ambitie de productiviteit te verhogen. Daarom is die ambitie wat zo mooi heet ‘ceteris paribus’: het kan alleen als het overige gelijk blijft. Want tot het onmogelijke is ook de IND niet gehouden.’
Voor 2025 is 926 miljoen euro begroot voor de IND, voor 2026 869 miljoen. In 2027 daalt dat bedrag naar 513 miljoen en in ’28 en ’29 naar 377 miljoen. Maas maakt zich voorlopig geen zorgen over die cijfers, die door het kabinet gekoppeld zijn aan een daling van de instroomcijfers. ‘Wat realistisch is vind ik moeilijk in te schatten. De instroom daalt nu iets, maar ik zie om me heen een buitengewoon onrustige wereld. Het is niet de veronderstelling dat het aantal binnenkomende asielzoekers onmiddellijk daalt. Het migratiepact gaat ongetwijfeld een rol spelen, maar het effect moeten we nog bezien. En ook reguliere migratie, dat wordt wel eens vergeten, speelt mee. De vraag naar arbeidskrachten, ook van buiten Europa, stijgt. En de minister heeft duidelijk gezegd: als de instroom niet zakt dan wordt die bezuiniging niet ingeboekt. Als de maatregelen van het kabinet leiden tot een beperking van de instroom heeft dat uiteraard effect op ons werk. Dan kun je op een gegeven moment met minder mensen af. Maar voorlopig hebben we iedereen nog heel hard nodig.’
Maas is blij dat de minister openstaat voor de inbreng van de IND. ‘Zij snapt zeker dat de IND het hartstikke druk heeft. Dat spreekt ze ook uit: ‘Er wordt bij de IND hard gewerkt, er ligt heel veel werk’. Aan de andere kant neemt het kabinet wel bepaalde maatregelen, die we moeten doorvoeren. Want uiteindelijk bepaalt toch de politiek het beleid. Maar daarbij is het dus belangrijk in gesprek te blijven over wat kan en dan met name over de timing.’
‘Vreemdelingenbeleid en migratiebeleid zijn eigenlijk altijd wel onderwerp van discussie’, stelt Maas. ‘Nederland bevindt zich eigenlijk al jaren tussen twee uitersten op dat gebied. Het ene deel van de bevolking zegt: het beleid is te streng. Het andere deel vindt het te soft. Dat betekent dus dat je het als IND uiteindelijk echt nooit goed kan doen. Belangrijk is dat wij zelf naar eer en geweten de juiste beslissingen nemen volgens het democratisch vastgestelde beleid, voor mensen die naar ons land komen op de vlucht of voor werk of de liefde. Want het is makkelijk te roeptoeteren vanaf de zijlijn. Ik weet ook dat als mensen zich verdiepen in het werk van de IND, dat vaak die kritiek verstomt.’