2011 Syrische burgeroorlog

In 2011 laaien er in Syrië protesten op tegen het regime van president Assad. De demonstranten komen uit alle geledingen van de Syrische maatschappij. Zij eisen meer burgerrechten en politiek-religieuze veranderingen. Het Syrische veiligheidsapparaat onderdrukt de protesten met veel geweld, waarna onder de bevolking een gewapende opstand uitbreekt. In navolging van het Vrije Syrische Leger, dat in maart 2011 de wapens tegen het regime opneemt, worden allerlei verzetsgroepen opgericht. Een aantal van deze - sommige radicale - verzetsorganisaties, krijgen steun van buitenlandse mogendheden, die met soms tegengestelde belangen hun invloed in Syrië willen uitoefenen. De regering reageert met nietsontziende bombardementen op de burgerbevolking. Duizenden mensen worden door leger en veiligheidsdiensten gearresteerd, gemarteld en vermoord. De steeds heftiger wordende oorlog, waarbij het regime zelfs gifgas tegen de eigen bevolking inzet, heeft tot gevolg dat veel mensen op de vlucht slaan. Aanvankelijk zoeken de meeste vluchtelingen bescherming in de verschillende buurlanden, maar naarmate de oorlog voortduurt reizen velen door naar West-Europa. Ook naar Nederland. In 2015 doen 29.000 Syrische vluchtelingen in Nederland een asielaanvraag, het hoogste aantal tot dan.